Museale toekomst

Museale toekomst
Het Museumtijdschrift vraagt zich bij haar 30 jarig jubileum af hoe “Directeuren, kunstenaars en kenners” denken over het museum van de toekomst. Dat is lovenswaardig, haar eigen bestaan en ontwikkeling hangen er mee samen. Dat is ook meteen het advies van Imare Limon en Zippora Elders: musea moeten vooral zelfkritisch reflecteren op hun bestaansvoorwaarden, inclusief de relatie met bezoekers. Marieke van Schijndel lijkt daar al bij voorbaat van uit te gaan, vanwege de ‘democratisering van het museum’ in de digitale samenleving. Inmiddels heeft oudgediende Jhim Lamoree al geconcludeerd dat musea nu vooral concurreren met de amusementsindustrie, zoals de Efteling. Een ontwikkeling die volgens Hans Houweling en Robbie Cornelissen alleen maar extremer wordt en, verwachten zij, tot veler tevredenheid. Het begin van deze trend is ingezet door Willem Sandberg halverwege de vorige eeuw. Sandberg introduceerde bijvoorbeeld het eerste museale restaurant met het oog op de ambitie het museum te maken tot ‘een brandpunt van het leven van nu’. Dat is toch iets anders dan de hedendaagse branding van een pretpark? Of is dat inderdaad ‘het leven van nu’? In dat ene, brandpunt, geval is het spiegelen van een maatschappijbeeld een veel complexere (informatie-) taak en wordt tegenwoordig al vaak genoeg door andere instituten en daartoe gespecialiseerde platforms gedaan. De meeste critici zien daarbij vooral een toename, of overname, van en door technologische toepassingen, naast het continueren van bestaande functies.
Daar staan twee opmerkelijke geluiden tegenover. Mariana Castillo Deball die drie jaar geleden bij frieze.com reeds de behoefte vertolkte aan een museum van de leegte, met ‘meditatiezalen’. Hetgeen ons herinnert aan een jaren 1980 debat en de daarin gestelde, nogal rigide, keuze tussen kermis en kerkhof als museummodel. Kunstenaarsinitiatieven namen in dit debat het voortouw met extreme en hybride voorbeelden door jonge kunstenaarscuratoren.
Het andere verrassende geluid maakt Eelco van Lingen: ‘Ik vermoed dat we nu liever niet willen weten hoe het museum over dertig jaar functioneert, omdat we, bezien vanuit onze huidige positie, de maatschap­pelijke context van 2048 niet zullen kunnen begrijpen” (p.104). Het is duidelijk geen vergezicht, maar geeft wel een eerlijke stand van zaken met, naar we hopen, een open blik naar toekomstige verhoudingen, waarin keuzes gemaakt moeten worden op grond van een specifieke collectie in relatie tot publieksdoelstellingen. Een actuele erfgoedvisie in samenhang met een brede culturele infrastructuur waarin lokale omstandigheden serieuzer genomen worden dan economische ‘leisure’-principes. De toekomst laat zich niet veralgemeniseren, maar de discussie omtrent behoud van geheugen- en kennisobjecten verdient terecht alle aandacht.
Meer nog in dit jublileumnummer. Een aardig exemplarisch overzicht van kunst in de openbare ruimte van de afgelopen 30 jaar en een interessante recensie van Jeroen Junte naar aanleiding van California: Designing Freedom, een tentoonstelling van het Design Museum Londen, nu overgenomen in Den Bosch. Hoe het DIY-ideaal en het ‘radicaal optimisme’ uit de vorige eeuw deels werd gekaapt, gekapitaliseerd, door middel van huishoudelijk ‘design’. Anders gezegd: van Verbeelding naar Ombeelding naar Tegenbeelden.
Museumtijdschrift geeft verder een prima overzicht van het totaal aan (inter)nationale kunstevenementen tot uiting komend in spitse commentaren en bondige aanvullende teksten. Maar ook in dit kunstblad zie je het belang van advertenties als een soort speciale attractie. Het is een bladerblad. De digitale communicatie op de site heeft daarom extra zoekfuncties. Een goede aanvulling op je agenda.

*DeFKa Research organiseert jaarlijks in november de Sandberglezing. Wil Sandberg bracht in Assen zijn jeugd (1904-1919) door aan de Beilerstraat. Het Stedelijk Museum voor Hedendaagse Kunst Assen, SMAHK, maakte van 2009-2018 een zelfstandig deel uit van DeFKa.

2 thoughts on “Museale toekomst

  1. Beste Blogger, zeer bedankt voor deze mooie bespreking van het jubileumnummer van Museumtijdschrift. Ik reageer graag op uw opmerking over het ‘belang van advertenties als een soort speciale attractie’. Wij zijn zeer blij met onze adverteerders, vooral omdat wij een onafhankelijk tijdschrift maken. Wij ontvangen geen subsidie. De advertenties maken het mede mogelijk om de kwaliteit van het tijdschrift hoog te houden en de abonnementsprijs laag. Het is dus niet zomaar entertainment! Vriendelijke groet, Marina de Vries, hoofdredacteur Museumtijdschrift

    Liked by 1 person

Leave a comment