Residu en disseminatie 

Naar aanleiding van het thema van het magazine SC04 dat eind november verschijnt.

Er schijnt een soort natuurwet te bestaan van replicatie en disseminatie die er voor zorgt dat door de focus op een bepaald thema dit thema (term of verschijnsel) zichzelf weet te herhalen en te verstrooien. Het verschijnsel duikt dan zomaar op in tamelijk gescheiden zones, waarbij je je toch afvraagt wat er zo bijzonder aan is en wat de verbindende factor zou kunnen zijn buiten jijzelf als lezer om.

In korte tijd kom ik de term ‘residu’ tegen zonder er specifiek op zoek naar te zijn. Een directe maar oppervlakkige overeenkomst is dat de zones in dit geval literaire publicaties betreffen. In het ene geval gaat het om een artikel in De Gids nr.4 van dit jaar. Het nummer is gewijd aan Beuys vanwege het honderdjarige herdenken van zijn geboorte en het belang van zijn oeuvre.  Van Berend Strik wordt een tweetal kunstwerken getoond van een met stof en draad bewerkte foto, gemaakt in het voormalige atelier van Beuys in Kleve. In een begeleidende tekst van Emily Kocken is aan het eind sprake van de volgende zinsnede: “De telefoon, een oudje. In de hoorn rust residu van conversaties – intieme, familiale, professionele. Het snoer uittrekkend zie je Beuys, pratend, discussiërend door de kamer”. 


Op 9 oktober, in het NRC, lees ik een recensie van Wim Pijbes over landschapskunst naar aanleiding van de manifestatie Into Nature. Hij bespreekt het kunstwerk Broken Circle/Spiral Hill van Robert Smithson. Het is een werk uit 1971 en het bevindt zich in een zandafgraving bij Emmen. Na een ‘activistische’ inleiding merkt hij het volgende op: “Centraal  ligt een reusachtige zwerfkei, een overblijfsel uit de voorlaatste ijstijd. Aanvankelijk moest Smithson niets hebben van de steen, maar gaandeweg maakte hij die onderdeel van zijn schepping. Als residu van de smeltende ijslaag die hier lang geleden het landschap mede vormgaf.”

Soms is er niks leukers dan de geest te laten uitwaaien. We komen al dichter bij huis. Hier in een Drenthe ligt een Saaliaanse boodschap met een ver verleden van pakweg 150.000 jaar. Het door Pijbes als ‘entropisch’ omschreven landschap functioneert in zijn beleving als kunst met een moraal. Het residu kan dan effectief een kunstwerk zijn en ook verwijzen naar, althans gedeeltelijk, een toevallig – samengestelde – ethiek.  Door een bepaalde ingreep, of juist het niet ingrijpen, wordt een geschiedenis bewaard, wordt experimenteel. Kunstobject en Cultuurhistorie.*

Het visuele gewicht van die enorme zwerfkei weegt echter nauwelijks zwaarder dan de efemere rest van mogelijke gesprekken in het nabeeld van een oude, zwarte, bakelieten telefoon met een verdwaald snoer dat verdwijnt onder een tak met vogeltjes op gepaste afstand. Het residu is er ongetwijfeld, het is gezegd, het is beschreven, het heeft superpositionele kwaliteiten. Met dank aan een voorwerp dat frequent opgenomen moet zijn en als kunstwerk weerkeert, ingezet wordt als referent aan een mogelijke dialoog tussen kunst, kunstenaars en een specifieke plaatsbepaling. Een gedachtenexperiment met een eveneens landschappelijke karakter.**

*Bovendien zijn de zwerfkei-foto’s van Sake Elzinga, een fotograaf met werken in de collectie van DeFKa, weliswaar met een ander onderwerp (interieurs).

**B.Strik, Zwischenstufen -resonantie, zwart, een lege hoek (bestikte c-print, mixed media).

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s